Parque de la Costa
Tigre, Argentinië
“Het grootste pretpark van Argentinië”
Vakantie in februari. Het is weer eens wat anders. Tijdens de afgelopen jaren was ik meestal genoodzaakt om tijdens Belgische schoolvakanties te reizen en dat had z’n gevolgen. Ten eerste zorgde het voor prijzige vliegtickets, ten tweede leek driekwart van de wereldbevolking op diezelfde momenten vrij te zijn. Duur en druk, dat zijn de kernwoorden wanneer je met Kerst, Pasen of tijdens de zomervakantie ergens naartoe gaat. Februari is op dat vlak helemaal anders en bovendien is ‘t extra fijn om onze winter tijdelijk om te ruilen voor puur vakantiegevoel. Eén klein detail: als het woord verlof synoniem moet staan voor mooi weer, dan kan je in februari maar beter een behoorlijk eindje afleggen. We steken dus de oceaan en de evenaar over en we brengen onze vakantie door in het land van de tango en Don’t Cry For Me Argentina. Buenos dias!
We kwamen vooral naar Argentinië voor de zon van Buenos Aires en de natuurpracht van Patagonië. Maar op reis gaan zonder daar een lokaal pretpark bij aan te doen, zou ik niet over m’n hart krijgen. Jammer genoeg is Argentinië niet meteen het achtbaanland bij uitstek. Wel integendeel. Het land is ongeveer negentig keer groter dan België, maar telt op dit moment slechts zeventien operationele rollercoasters. En om het slechte nieuws meteen compleet te maken: echte toppers zijn daar niet bij. Verwacht hier geen B&M’s of hypermoderne apparaten van Intamin. Maar we blijven pretparkfans, dus hoe matig de coaster of het park ook is… je wilt het altijd graag met je eigen ogen ontdekken. Daarom geef ik jullie graag een blik op de vier Argentijnse credits die sinds kort op m’n teller staan.
Voor de eerste drie credits moeten we naar Tigre. Dit kuststadje ligt op zowat 40 minuten rijden van Buenos Aires en je geraakt er het makkelijkst met een taxi of met de Tren de la Costa, die ieder halfuur vanuit de hoofdstad vertrekt. Die laatste levert ongetwijfeld de scenic route, maar wij opteren tijdens onze eerste reisdag toch voor het gemak van een taxi. Die zijn goedkoop en overvloedig aanwezig in Buenos Aires, dus da’s ideaal. Wanneer we aankomen in Tigre, merken we dat dit een schattig stadje is waar het zomergevoel haast af druipt. Het verkeer lijkt hier wat relaxter, fonteinen en palmbomen sieren de grootste toegangsweg en op het water glijden toeristenbootjes voorbij. Heel erg tof allemaal, eens te meer omdat er middenin ‘t centrum een pretpark ligt: Parque de la Costa.
Parque de la Costa is onderdeel van een heus vrijetijdsresort aan de oevers van de rivier. Het bevat verder shop- en eetgedeelte China Town (een soort verkleinde, versimpelde en vooral verouderde versie van Downtown Disney of Universal CityWalk) en Aquafan, een waterpark dat er van buitenaf toch wat kaal uit ziet. Geen waanzinnige toestanden allemaal, maar de toegangspoort van het plaatselijke pretpark ziet er toch verrassend groots uit. En als we de zigzaggende wachtrijen bekijken die men voor de kassahokjes voorzien heeft, kan het hier blijkbaar erg druk worden. Gelukkig kunnen we hier op vrijdagnamiddag onmiddellijk doorheen stappen en proberen we in ons beste Spaans twee Pasaportes Oro te bemachtigen. In februari geldt doordeweeks de actie 2 voor de prijs van 1, dus voor amper 756 pesos (minder dan 17 euro) hebben we allebei toegang tot het park en een all-in armband voor de attracties. Dit wordt misschien wel m’n goedkoopste pretparkbezoek ooit.
Het inkomplein is best gezellig en we herkennen hier het orka-molentje van Bobbejaanland, maar daar hechten we niet veel aandacht aan. Op dit moment schiet er namelijk slechts één ding door m’n hoofd: kom maar op met die credits. De twee opvallendste exemplaren werden trouwens naast elkaar gezet in de oostelijke uithoek van Parque de la Costa. En hoewel de Argentijnen er behoorlijk van onder de indruk lijken, zijn dit in onze ogen twee banale standaardmodellen. Vekoma mocht hier in Tigre namelijk z’n twee grootste succesnummers bouwen: een Suspended Looping Coaster en een Boomerang.
De Boomerang laat ik met plezier aan me voorbij gaan, maar die andere wordt m’n allereerste achtbaan in Zuid-Amerika. Parque de la Costa doopte z’n SLC El Desafío, wat te vertalen valt naar de uitdaging. Op zich geen slechte naam voor een coaster die meer kwelling dan plezier oplevert. Dat begint eigenlijk al in de rij. Hoewel die kort is, vlot het helemaal niet. El Desafío rijdt met één trein en van een tweede voertuig is er geen enkel spoor. Leuk vooruitzicht voor de drukke dagen dus… Verder doet deze baan alles wat je van een SLC verwacht: het levert veel punch op weinig oppervlakte, maar ‘t is gewoonweg te ruw om er ten volle van te genieten. Ik moet toegeven dat El Desafío minder rammelt dan sommige soortgenoten, al blijft het vooral uitkijken naar de eindrem. Puur creditmateriaal zonder herhalingswaarde.
Nick mag de Boomerang-credit op z’n eentje binnenhalen terwijl ik van de nabijgelegen watervernevelaars geniet. Als je in februari onder de evenaar duikt, kom je namelijk plotsklaps in de zomer terecht. En hoewel we gisterenochtend nog met vriestemperaturen in België vertrokken, is ‘t vandaag een heerlijke 28 graden in Tigre. Het maakt de sfeer beslist aangenamer, maar dat mooie weer kan niet camoufleren dat Parque de la Costa stiekem een soort Betonnejaanland is. Thema is er nauwelijks en de meeste attracties lijken rechtstreeks van de kermis geplukt. Het oogt een beetje goedkoop, maar Argentijnen laten dat niet aan hun hart komen. Ze zoeken hun verfrissing in de kale boomstammenbaan (die met z’n vreselijke operations een geschatte capaciteit van circa 150 personen per uur haalt) en ze draaien een rondje met de plaatselijke flatrides. Die Tagada, Octopus en Frisbee laat ik echter graag aan me voorbij gaan.
La Mansión del Terror ziet er niet minder kermisachtig uit, maar onze darkride-liefde verplicht ons om hier wel aan te schuiven. Verwachten we veel van dit transportabele spookhuis? Neen… en dat is maar goed ook. De effecten zijn simpel, terwijl de decorstukken elk moment uit elkaar kunnen vallen. Niks bijzonders dus en het levert geeneens een coaster-credit op. Dan liever een ritje op de knalgele Montaña Rusa Torbellino, al moeten we daar best wel wat kostbare tijd in investeren: vijftig minuten om precies te zijn. Dat is nog maar eens te wijten aan onbegrijpelijke operations: drie van de vier voertuigen staan meestal achter elkaar in het station te wachten op passagiers. De uiteindelijke rit verantwoordt de lange wachttijd helaas niet. Torbellino is een Chinese versie van Reverchon’s bekende spinning coaster model, maar dan zonder de diepe drops. Ik geef toe dat het ding soepeler rijdt dan verwacht, maar echt sensationeel wordt het nergens. Tenzij je, net zoals ik, met enig wantrouwen naar zulke Chinese kopieën kijkt.
We ontmoeten tijdens deze reis Pablo, een pretparkfan die in Buenos Aires woont. Hij vertelt ons dat Parque de la Costa ooit een verrassend mooi themapark was. Jammer genoeg ging het themaniveau in de loop der tijd dramatisch achteruit. Dat hebben we inderdaad al gemerkt… Een van de overblijfselen uit die goeie ouwe tijd is echter El Vigía. Ik wil niet beweren dat deze familiachtbaan van Zierer in een Disney-park zou kunnen staan, maar dankzij z’n rotsformatie ziet hij er wel stukken beter uit dan de meeste soortgenoten. Ook de locatie levert pluspunten op, want El Vigía staat schilderachtig aan de oevers van de Río Luján. Helaas is er ook bij El Vigía een stukje vergane glorie zichtbaar. Een mooie wandelbrug die ooit dwars door de tracks heen liep, raakte namelijk in onbruik en lijkt elk moment te kunnen instorten.
Als het over pretparken van een zekere omvang gaat, is Parque de la Costa eigenlijk de enige bestemming in Argentinië. Vlakbij het centrum van Buenos Aires is er ook nog Parque de la Ciudad, waar recordachtbaan Vertigorama ooit gebouwd werd. Helaas staan de attracties van Parque de la Ciudad al jarenlang stil, terwijl het domein uitgebaat wordt als een doorsnee stadspark. Argentinië is dus geen must-do voor een achtbaanvakantie, tenzij je houdt van kiddiecoasters in shopping malls. Daar zijn er namelijk verbazend veel van. Omdat een van die winkelcentra vlakbij ons hotel ligt, springen we er uiteraard even binnen.
In Abasto Shopping vinden we het zogenaamde Neverland terug. Deze entertainmentzone wordt gecombineerd met een enorme food court en spreidt zich uit over twee verdiepingen. Beneden bestaat het aanbod voornamelijk uit arcadegames, terwijl de bovenverdieping gevuld is met enkele klassieke attracties. Er staan onder andere een schommelschip, een leuk geïntegreerd reuzenrad, een Wipeout én een kleinschalige achtbaan genaamd Montaña Rusa. Een originele naam is dat niet en ook de coaster zelf stelt niet veel voor. Dit is een aangedreven baan van Zamperla die op een kaal tegenvloertje geplaatst werd. Niks bijzonders dus, maar voor de prijs moet je het sowieso niet laten. Een ritje op deze Montaña Rusa kost namelijk een luttele 65 pesos, wat omgerekend minder dan anderhalve euro is. Daar kunnen ze in Las Vegas nog iets van leren…
Dat waren ze dan; de twee pretparken en de vier enige rollercoasters die ik tijdens m’n recentste vakantie bezocht heb. Ze waren allemaal (op z’n zachtst gezegd) niet noemenswaardig en ik zou niemand aanraden om er 11.500 kilometer voor te reizen. Toch was het een bijzondere ervaring om een paar Zuid-Amerikaanse credits te scoren en op coaster-count leverden ze stuk voor stuk rare points op. Het was echter allemaal niets meer dan een extraatje, want de kracht van Argentinië zit niet in z’n achtbanen. Je komt hier voor de clubs van Buenos Aires, voor het natuurschoon van Patagonië en voor de exotische jungle in het noorden. Kortom… ik genoot van Parque de la Costa en dat kinderachtbaantje in Neverland was zo slecht nog niet, maar wees gewaarschuwd: tijdens de volgende tripverslagen ga ik vreemd.
FOTOGALERIJ
PARQUE DE LA COSTA































NEVERLAND BUENOS AIRES



Bedenkingen? Vragen? Commentaar? Laat gerust een berichtje achter via het invulveld onderaan deze pagina.