Buenos Aires
“Hallo Evita en hallo Messi! Een zomers verblijf in de hoofdstad van Argentinië”
De eerste stappen in een nieuw werelddeel zijn altijd bijzonder. In 2008 zette ik voor het eerst voet in Noord-Amerika. Dat gebeurde in Atlanta, waar vooral de typerende skyline indruk maakte. Vijf jaar later was Azië aan de beurt. Ik herinner me perfect hoe onze gammele taxi zich via groene heuvels en kolossale appartementsgebouwen een weg baande naar het centrum van Hong Kong. Het felle onweer dat op datzelfde moment woedde, maakte de sfeer nog exotischer. In 2016 voegde ik Australië toe aan de lijst. Toen we daar arriveerden, was het vooral opletten om onze huurwagen aan de linkse kant van de rijweg te houden.
En zo werd het februari 2019, de maand waarin ik Zuid-Amerika ontdek. Niet het hele continent natuurlijk (da’s wellicht iets te ambitieus op een tijdspanne van tweeënhalve week) maar we focussen ons op Argentinië. En ook wanneer we daar aankomen, ervaar ik een zekere cultuurshock. Ligt het aan die luid kwetterende Latino’s op de luchthaven van Buenos Aires? Aan de taxichauffeur die onze no hablo español subtiel negeert en aan een onnavolgbaar tempo doorratelt? Aan de gure achterbuurten waar diezelfde taxi door moet manoeuvreren om het hotel te bereiken? Ik weet het niet, maar één ding is duidelijk: Europa ligt ver achter ons.
Ik hou van city trips. Steden geven de optie om een heleboel verschillende dingen op wandelafstand van elkaar te ontdekken. Je bezoekt enkele beroemde plekken, je slentert wat rond, je gaat naar een pretpark in de buurt, er zijn goeie restaurants in overvloed, ‘s avonds pik je een musical mee en de nacht eindigt vaak in een cocktailbar of leuke club. De 41 woorden waar voorgaande zin uit bestaat, beschrijven wat mij betreft hét ideale weekendje weg. Maar dan volgt de vraag van vandaag… Kan Buenos Aires aan al die noden voldoen? Over het pretpark kan ik alvast kort zijn: we bezochten gisteren het lokale Parque de la Costa en een wereldtopper was dat niet. Misschien doen de andere zaken me dat matige pretparkbezoek vergeten? Ik zoek het even uit.
Laat ons van start gaan met die beroemde plekken. Je zou het in zekere zin als cultuur kunnen definiëren, maar da’s een woord dat me telkens koude rillingen bezorgt. Het feit dat musea me doorgaans niet interesseren (tenzij ze op een eiland in Stockholm staan) en een opera- of balletvoorstelling ietwat te stijf lijkt, doet me namelijk vermoeden dat ik een cultuurbarbaar ben. Oké, so be it dan. Als je over mijn ervaringen met het Usina del Arte of ‘t Museo Nacional de Bellas Artes hoopte te lezen, moet ik je dus teleurstellen. Zoek gerust naar de website van een reiziger met meer museumliefde. Of blijf hier en ontdek tezamen met mij dat begraafplaatsen stiekem best cool kunnen zijn.
CEMENTERIO DE LA RECOLETA
Open TripAdvisor, open Lonely Planet, open Google. Wanneer je in het zoekbalkje iets ingeeft als must-do Buenos Aires, zal het Cementerio de la Recoleta steevast bij de topresultaten horen. Begraafplaatsen zijn nochtans plekken waar de doorsnee toerist niet graag komt. Waarom zou je er ook heen gaan wanneer er niet een van jouw eigen geliefden ligt? Het antwoord op die vraag blijft me aanvankelijk een raadsel. Tot we op een zonnige zaterdagmiddag het Cementerio de la Recoleta betreden.


Het Cementerio de la Recoleta is geen begraafplaats zoals we die in onze streek kennen. Het valt onmiddellijk op dat dit een soort dorp is. Eentje met een hoofdboulevard, zijstraten en kleine steegjes tussenin.


Vind je het een beetje luguber om mee te kijken in iemands laatste rustplek? Knijp dan even je ogen dicht bij onderstaande foto. Dit is zo’n beetje hoe de meeste graven op het Recoleta-kerkhof erbij liggen: meerdere kisten van eenzelfde familie, een kruisbeeldje, wat persoonlijke aandenkens en (vaak) een dikke laag stof.


Aangezien vele graven zich bovengronds bevinden en met een ruitje of wat traliewerk afgesloten zijn, kan je meestal gewoon binnen kijken. Daardoor ga je op dit kerkhof eigenlijk continu op ontdekkingstocht en breng je er verrassend veel tijd door. De ene familie pakt z’n graf relatief bescheiden aan…

… maar voor sommigen mag het ook gerust een maatje meer zijn.

Deze dame ziet er niet al te vrolijk uit en je wil ze wellicht niet ‘s avonds tegenkomen in een donker steegje. Toch geeft het blijkbaar geluk om de snoet van haar hond te aaien, wat de toeristen hier dus massaal doen.


Cementerio de la Recoleta is behoorlijk groot. Ondanks de toeristische drukte, leek het dus vaak alsof we hier bijna alleen ronddwaalden. Een van de weinige sights waar je daarentegen altijd kijklustigen aantreft, bevindt zich iets verder in dit straatje.

Dit is het graf van de familie Duarte, die vooral bekend werd omwille van…


… deze madam!

Eat your heart out, Lionel Messi… Eva Maria Duarte de Perón blijft zelfs vele decennia na haar dood de beroemdste persoon uit de Argentijnse geschiedenis. Haar rustplek is vandaag de dag een half bedevaartsoord voor locals en een soort onmisbaar fotootje in het reisverslag van elke toerist. Ook in het mijne dus… check!
PLAZA DE MAYO
Nog meer cultuur en nog meer herinneringen aan Evita vinden we op Plaza de Mayo, het bekendste plein van het hele land. Het werd vernoemd naar de Mei-revolutie van 1810, die uiteindelijk naar de Argentijnse onafhankelijkheid leidde (dankjewel, Wikipedia). Toen de Argentijnen adiós zeiden tegen de Spanjaarden, hun paella, siësta’s en sangria, leverde hen dat duidelijk wel een cool plein op.

Je vindt op het Plaza de Mayo onder andere een kathedraal, het stadhuis en de hoofdzetel van de nationale bank, maar eerlijk gezegd: dat interesseert geen mens. Iedereen die Plaza de Mayo bezoekt, komt hier immers voor het Casa Rosada, dat op ‘t oostelijke puntje van het plein staat. Dit Roze Huis heeft niks te maken met de Argentijnse LGBT-community en nog minder met een outlet shopping mall in Roosendaal. Neen, dit is het werkpaleis van de president. The Pink President, als het ware.

Hoewel het Casa Rosada nog steeds een officiële functie heeft, beschouwt haast geen enkele toerist dit als dusdanig. Voor ons is dit immers vooral de plek waar Evita’s beroemde balkonscène zich afspeelt. Zie je dat balkon daar helemaal bovenaan? Wel, daar speelde het tafereel zich af dat later wereldberoemd werd als Don’t Cry For Me Argentina. Dus Messi, kleine tip: als je echt iconisch wil worden, moet je op dat balkon een liedje zingen.

Meer weten over Evita? Dan is een bezoekje aan het Eva Perón Museum wellicht aan te raden. Ik ben hier als cultuurbarbaar uiteraard niet welkom, maar geïnteresseerden vinden dat museum enkele kilometers verder, naast de Botanische Tuinen van Buenos Aires.
AVENIDA 9 DE JULIO
Over naar het tweede onderdeel van m’n ideale citytrip: rondwandelen. We nemen af en toe een taxi (of Uber, al raden de locals dat ten stelligste af) en de metro, maar uiteindelijk sta ik er telkens van versteld hoe veel kilometers we tijdens zo’n dagje stad afleggen. Een van de plekken waar we die kilometers scoren, is de Avenida 9 de Julio.


De Avenida 9 de Julio is vernoemd naar de onafhankelijkheidsdag van Argentinië en is voornamelijk bekend omwille van z’n breedte. Sterker nog: vele bronnen noemen dit de breedste straat ter wereld. Met een totaal van achttien rijvakken is hij inderdaad net dat beetje indrukwekkender dan onze Stabroekse Dorpsstraat of de Kerkstraat in zowat elke andere Vlaamse gemeente. Om als voetganger de oversteek te maken, is geduld dus vereist. Tenzij je Usain Bolt heet, geraak je immers niet met één groen licht aan de overkant.

Een van de blikvangers op de Avenida 9 de Julio is de Obelisco de Buenos Aires. Ik zag inmiddels al soortgenoten in Washington, in Sydney en zelfs in Parc Astérix, maar het blijven imposante bouwsels. Helaas valt deze een beetje in ‘t niets ten opzichte van z’n omgeving. Je moet immers al twee zulke obelisken plat achter elkaar leggen om de breedte van die straat te evenaren.
PARQUE 3 DE FEBRERO
In en rond Buenos Aires wonen niet minder dan 13,5 miljoen mensen. Da’s een hele hoop en het is dus niet verwonderlijk dat men de dingen hier graag gróóts aanpakt. Dat geldt voor de begraafplaatsen, voor de boulevards en ook voor de parken. In het oostelijke stadsdeel liggen er meerdere exemplaren en het Parque 3 de Febrero is zonder twijfel een van de mooiste.

Porteños hebben iets met roze(n). Naast het Roze Huis hebben ze immers ook El Rosedal de Palermo, een reusachtige rozentuin.

Mag ik jullie eraan herinneren dat ik onderstaande foto op zaterdag 16 februari maakte? Februari link ik doorgaans niet aan rozentuinen, palmbomen, blauwe hemels en zomers geklede toeristen. In Argentinië kan het duidelijk anders. Dikke like!


Wie naar Buenos Aires reist, zal merken dat het straatbeeld niet overal even volmaakt is. Voetpaden zijn vaak in zo’n slechte staat dat het bijna een survivalbaan lijkt, terwijl vele gevels smeken om een likje verf. Dat achterstallige onderhoud is echter niet van toepassing op de stadsparken, waar tuinmannen haast perfectie afleveren. Op zoek naar een rustig middagje mensen kijken of genieten van de zon? Dan is Parque 3 de Febrero in mijn ogen the place to be. Er is zelfs een leuk extraatje voor de luchtvaartfans, want dankzij het nabijgelegen Aeroparque is dit tevens een fijne locatie voor vliegtuigspotters.
CARNE!
Parken maken hongerig. Vliegtuigen maken hongerig. Brede lanen maken hongerig. Zelfs roze huizen maken hongerig. Kortom… tijd om een hapje te eten. Gelukkig heeft Buenos Aires een overvloed aan restaurants en de stijlen zijn erg uiteenlopend. Toch merken oplettende lezers dat de volgende foto’s behoorlijk gelijkaardige gerechten tonen. En inderdaad, ik at nog nooit zoveel rundsvlees als in Argentinië. Niet zo gezond – dat besef ik best – eens te meer omdat men 400 gram hier als een doorsnee portie beschouwt. Maar lekker is het absoluut. Op een enkele uitzondering na, heeft de Argentijnse steak al m’n verwachtingen ingelost. Je eet deze specialiteit bij voorkeur in een Parilla (de lokale benaming voor een grillrestaurant) en een bord papas fritas is, net zoals in België, de vaakst genomen side dish. Eén specifiek ding is voor ons Vlamingen wel bijzonder: Argentijnen eten hun rundsvlees doorgaans zonder begeleidend sausje. Geen béarnaise, peper- of champignonsaus, maar puur natuur. Het vlees is gelukkig zo smaakvol dat ik dit niet als een minpunt beschouw.


Wat mag dat eigenlijk allemaal kosten? Als je aan België gewend bent, waar een goeie steak je al gauw 25 à 30 euro kost, valt dat reuze mee. In Argentinië betaal je bij de meeste Parilla’s een kleine 500 pesos (ongeveer 10 euro) voor een prima stuk vlees. Reken daar de extra kost van een eventuele side dish bij en je blijft nog steeds ruim onder onze Belgische standaard. Voor zowat 25 euro per persoon kan je dus een prima hoofdgerecht, dessert, aperitief en een halve liter water krijgen. Probeer dat maar eens in Antwerpen.
Eten in Argentinië vraagt geduld. Het begrip een snelle hap is hier niet zo ingeburgerd, wat enorm in contast staat met dineren in de Verenigde Staten. Porteños zien het als een avondvullende activiteit en da’s op zich geen probleem; we moeten nergens heen. Die musical waar ik aan ‘t begin van dit report om vroeg, hebben ze in februari 2019 immers niet. Het genre bestaat er wel, maar is niet zo alomtegenwoordig als in Londen of New York. Buenos Aires heeft daarentegen wel een enorm aanbod aan tangovoorstellingen. Ze worden vaak tot diep in de nacht opgevoerd en je hoort tijdens de show een fles Malbec leeg te slurpen. Niet geïnteresseerd in een volledige avond tango? Dan is een bezoekje aan de wijk La Boca misschien aan te raden. Deze toeristische hotspot bestaat uit kleurige geveltjes, rommelige souvenirwinkels en tango in openlucht. Ik heb zelf geen foto’s van La Boca en z’n populaire straatje El Caminito, maar die vind je op Google gelukkig in overvloed. Alleen oppassen als je erheen wil gaan: de nabije omgeving schijnt erg gevaarlijk te zijn voor toeristen.


PUERTO MADERO
Buenos Aires kenmerkt zich door een klassieke, haast Europese bouwstijl. De grote uitzondering op deze regel is Puerto Madero, een ideale plek om de avond op gang te trappen. Puerto Madero wil zich profileren als het moderne toeristische centrum en je vindt er een overvloed aan restaurants en bars. Wanneer we er arriveren, voelt het verrassend herkenbaar aan. Puerto Madero doet me namelijk meteen terugdenken aan ‘t Antwerpse Eilandje (die moderne Puente de la Mujer kan perfect fungeren als alternatief voor de Londenbrug, toch?) en aan Darling Harbour in Sydney. De sfeer is leuk, de cocktails zijn lekker en we eten hier bovendien prima. Ideaal adresje om tijdens de vooravond heen te komen, dus.

DANSKE PLACEREN?
Aan de andere kant van de stad is er nog een hotspot in het nachtleven van Buenos Aires. Tussen de Hippodroom en het Parque 3 de Febrero liggen een heleboel hippe bars onder dit treinviaduct. Er zijn geen klagende buurtbewoners, dus DJ’s mogen hier ‘s avonds gewoon zorgeloos hun ding doen. Het wordt hier dan ook aardig druk, zeker op vrijdag en zaterdag.

Crobar is misschien wel het drukste adresje van de buurt. Deze nachtclub organiseert op zaterdag het concept Human. Je betaalt 450 pesos om binnen te geraken en daarna belooft men een open bar. Het levert wat duw- en wringwerk op aan de bar, maar goed: voor zulke tarieven mag je eigenlijk niet klagen. Nachtraven zullen trouwens merken dat Buenos Aires helemaal op hun lijf geschreven is. Je wandelt hier bij voorkeur pas na 21 uur het restaurant binnen en je gaat nadien nog uitgebreid pré-drinken in de cocktailbar. Een bezoekje aan de nachtclub begint dan weer niet voor twee uur ‘s nachts en duurt voort tot na zonsopgang. Zo lang hield ik het zelf niet vol; het leven in Buenos Aires is duidelijk op z’n piek wanneer een doorsnee Europeaan langzaamaan naar bed gaat. Andere open-minded adresjes waar we een leuke avond doorbrachten, zijn Niceto Club (waar je op donderdagavond moet zijn voor Club 69) en Glam Disco.

Vriendelijke locals, goedkope maaltijden, lekkere drankjes en toffe hotels… Buenos Aires stelt niet teleur. Het is omwille van de afstand niet de meest logische bestemming voor een weekendje citytrippen vanuit Brussel, maar ‘t zou zonde zijn om hier op doorreis niet enkele dagen te blijven. Heb je hier een layover op weg naar Chili? Wil je de Iguazú-watervallen zien? Ga je op reis naar Patagonië of spreken die oneindig lange nachten in een discotheek je aan? Dan is Buenos Aires een ideale tussenstop. Ook voor ons is dit de gateway naar Patagonië, want na ons slapeloze weekend vertrekken we op maandagochtend richting het zogenaamde Einde Van De Wereld. Spannend, hè?


Met een laatste blik op de onmetelijkheid van de stad, zeggen we tot ziens tegen Buenos Aires. Wordt vervolgd in de meest zuidelijke stad van onze planeet: Ushuaia.