Kolmårdens Djurpark
Kolmården, Zweden
“Je vindt een van Europa’s beste achtbanen in… een dierentuin”
Het is 19 juli en vandaag neem in jullie mee naar de zoo. En geniet ervan, want dat gebeurt niet vaak. Met alle respect voor zij die dierenparken leuk vinden: mijn wereld is het gewoonweg niet. Natuurlijk kwam ik wel eens in de Antwerpse Zoo en Planckendael, maar uiteindelijk spendeer ik m’n centen liever aan pretparktickets. Als een dierenpark me echt over de vloer wil krijgen, moeten ze investeren in glimmende stalen achtbaanrails of houten megaconstructies. In de Benelux hebben Bellewaerde en Wildlands dat duidelijk begrepen, maar ook in Scandinavië is het principe niet onbekend. Daarom reizen we op deze bloedhete donderdag naar het plaatsje Kolmården en z’n gelijknamige zoo. En weet je wat het gekke is? Vier jaar geleden kende haast niemand in de Lage Landen deze plek, terwijl het vandaag een must-do is voor elke coasterfan die door Zweden reist. Ik ben benieuwd.
Kolmårdens Djurpark ligt een kleine 150 kilometer van Stockholm. Een dichtbij-bestemming is het dus niet, al geraak je er met de Zweedse spoorwegen relatief eenvoudig. Vanuit de hoofdstad zijn we zowat twee uur onderweg naar het treinstation van Kolmården. Je kan van daaruit verder met een bus, die netjes aan de toegangspoort van het park stopt. Je kan echter ook hopen dat er twee Nederlanders op het perron staan, die je vervolgens op een lift naar de zoo trakteren. Geloof het of niet: dat tweede scenario is voor Phaedra en mezelf de realiteit. Medio juli ben je natuurlijk niet de enige pretparkliefhebber die in Zweden rondtoert. Maar het feit dat Themeparkers Hjälmar en Niek hun bezoekje aan Kolmården op exact dezelfde dag planden, is natuurlijk wel heel cool. Daarom zijn we vandaag met z’n vieren en wordt onze Vlaamse sereniteit tijdelijk opgepept met een shotje Nederlandse levendigheid. Kolmården wordt zonder twijfel hartstikke gezellig.
Het is een paar minuten voor tien wanneer we aan de ingang van het park arriveren en we zijn hier helemaal niet alleen. De gevreesde drukte klaart gelukkig vlug op wanneer de poorten uiteindelijk openen, want daarachter ligt een park van astronomische proporties. Kolmårdens Djurpark is de grootste Scandinavische zoo en aan ruimte is er hier dus geen gebrek. Het gaat zelfs zo ver dat je de eerste tien minuten eigenlijk alleen maar Zweedse bomen op een Zweedse bergflank ziet. Echte sportievelingen beklimmen die heuvel trouwens te voet, maar 99% van de bezoekers opteert logischerwijs voor de roltrap. Bovenaan die trap treffen we trouwens het eerste diertje van de dag. Of z’n verblijf, om preciezer te zijn. De lynx laat zich vanochtend (en ook later vanmiddag) niet zien. Jammer natuurlijk, want ik wilde wel eens ontdekken hoe dit waardevolle Scrabble-woord er in levenden lijve uit ziet.
Hjälmar ken ik nog sinds m’n winterse tripje naar Londen, maar ‘t is de allereerste keer dat ik Niek ontmoet. Het contact met deze Nederlandse spraakwaterval verloopt gelukkig heerlijk en na vijf minuten lijkt het alsof je die pretparkclubber al jaren kent. Hij durft zelfs een kritisch licht op m’n pretparkverslagen te schijnen. Als ik Niek mag geloven, gebruik ik het woord ‘quasi’ namelijk te vaak in mijn reports. Dat viel me zelf nooit eerder op, maar hey… ik kan heus wel met kritiek om. Laat me dit reisverslag over Kolmården dus definiëren als het begin van een nieuw tijdperk zonder die vervelende vijf letters. Vanaf vandaag zal ik proberen om ‘quasi’ niet meer te gebruiken. Of toch quasi niet meer.
Wanneer we de roltrappen en de afwezige lynx achter ons laten, belanden we quasi… ehm, haast meteen in Bamses Värld. Deze uitgestrekte kinderzone werd opgebouwd rond Bamse, een Zweeds cartoonfiguurtje. Bamse is ‘s werelds sterkste beertje, maar uitzonderlijk sterke attracties zal je zijn themagebied niet terugvinden. Begrijp me echter niet verkeerd: voor kinderen is deze zone ideaal. Er staat een mooi aantal familieattracties, de decoratie is leuk en de bosrijke omgeving creëert een heel gemoedelijke sfeer. Als creditjager loont het bovendien de moeite om Bamses Värld op de agenda te zetten, want we vinden hier Godiståget. Deze familieachtbaan van Zierer opende ruim drie jaar geleden en ligt er stralend bij. Het treintje rijdt bovendien lekker soepel en we krijgen een dubbele rit voorgeschoteld. Fijn, al is dit niet meteen de achtbaan waarvoor we naar Kolmården reisden.
Er staan heel wat kinderattracties in en rond Bamses Värld, de ene al wat leuker gethematiseerd dan de andere. Toch zijn jullie wellicht niet geïnteresseerd in molens met vliegende tapijtjes of luchtballonnen. En dat begrijp ik. Hoewel we er al 744 woorden geschreven zijn, viel de term Wildfire immers nog niet één keer. Gelukkig komt daar nu verandering in, want we zijn momenteel onderweg naar Noord-Europa’s meest legendarische achtbaan. Dat vergt een stevige wandeling. Kolmården vond het noodzakelijk om Wildfire helemaal achteraan in het park te plaatsen en het landschap is bovendien heuvelachtig. Je kan deze baan bijgevolg niet zien wanneer je het park betreedt. En zelfs wanneer we Wildfire naderen, is het letterlijk zoeken naar een stukje hout dat boven de bomen uit steekt. Ik begin op zo’n moment te vermoeden dat het allemaal een grapje was. Dat RMC nog altijd geen coaster in Europa bouwde en dat Kolmården tijdens de afgelopen jaren gewoon een mega publiciteitsstunt georganiseerd heeft. Toch verdwijnt die vrees al snel wanneer er plots een enorme lifthill opdoemt. Een inwendig vreugdedansje is hier op z’n plaats.
Eind juni 2016 was een vruchtbare periode voor coasterliefhebbend Europa. Op 29 juni werd Klugheim officieel aan de pers voorgesteld, terwijl één dag eerder Wildfire z’n poorten geopend had. Taron en Wildfire zouden in een mum van tijd uitgroeien tot Europa’s meest geliefde achtbanen. Wildfire heeft z’n legendarische status alleszins meer dan verdiend. Met een hoogte van 56 meter, een tracklengte van ruim 1,2 kilometer en een topsnelheid van 115 kilometer per uur is dit een machtige machine. Bovendien werd Wildfire oogstrelend tegen een rotsachtige heuvel gebouwd en een gedeelte van de lay-out bevindt zich in een weelderig bos. Aangezien ook het stationsgebouw leuk aangekleed werd, is het visuele plaatje dus heus wel in orde. En weet je wat nog beter is? De wachttijd voor Wildfire beperkt zich vanochtend tot een minuut of tien.
Wanneer ik achteraan plaats neem en de loodzware beugel naar beneden trek, gaat m’n coasterhart sneller slaan. Als ik de algemene opinie mag geloven, zit ik nu namelijk in de allerbeste achtbaan van ons continent. Qua uitzicht is dat sowieso correct: wanneer we de lifthill beklimmen, is het panorama onbetaalbaar. De nabijgelegen baai en de Zweedse bossen leveren waanzinnige views, maar er is niet veel tijd om daarvan te genieten. Voor we het weten, duiken we immers al quasi loodrecht naar beneden. De airtime is subliem en de kriebels in m’n buik zijn verzekerd. Kort daarna sleurt de trein me door de zogenaamde zero-g-stall, een element dat door vele fans aanbeden wordt. En ik moet het toegeven: dat is volkomen terecht. Deze inversie geeft een heel bijzonder gevoel en je vindt in Europa geen gelijkaardige ervaring. Na nog een heerlijke wijde (verkeerd gebankte) bocht, begint Wildfire aan een rustiger gedeelte, al is dat natuurlijk relatief bij zo’n thrillcoaster. De tweede inversie lijkt er gewoon even wat vaart uit te halen. Gelukkig komt die verloren power snel terug, met een ongelooflijk intense derde inversie als toppunt. Die laatste heartline roll is zo heftig dat ik ‘m als mijn favoriete stukje Wildfire beschouw. Na het finale bochtenwerk bereiken we de remsectie, waar ik maar één woord over m’n lippen krijg: Wow.
Wildfire is snel, Wildfire is krachtig en Wildfire is intens. Deze ride doet dingen die weinig andere achtbanen kunnen. Maar ja, dan komt die onvermijdelijke vraag… is Wildfire daardoor automatisch de beste rollercoaster van Europa of zelfs van de wereld? Voor mij persoonlijk niet. Ik kan best begrijpen dat velen dit heftige gooi- en smijtwerk te gek vinden, maar in mijn ogen mag een coaster net iets meer relaxed zijn. Zo zal ik de soepele ervaring van pakweg Helix, Shambhala of Taron altijd een beetje beter appreciëren dan dit. Dat is zeker geen verwijt ten opzichte van Wildfire, eerder een persoonlijke voorkeur van mij. Conclusie: Wildfire behoort tot mijn top tien, maar de gouden medaille grijpt Kolmården voorlopig niet.
Maak een paar rondjes Wildfire en de tijd vliegt voorbij. Zo wordt het plots twaalf uur ‘s middags, het tijdstip waarop de eerste voorstelling van dolfijnenshow Life gepresenteerd wordt. We vervoegen de mensenmassa, nemen plaats in het enorme theater en staren vervolgens een halfuurtje naar het waterbassin en z’n vrolijke inwoners. ‘t Is opvallend dat Life een uiterst strakke choreografie hanteert: elke seconde van deze show lijkt perfect voorbereid. Bovendien wordt het visuele spektakel versterkt dankzij goeie belichting en een enorm beeldscherm. Toch doet het geheel me weinig en dat ligt voornamelijk aan de verhaallijn. Life is zo’n beetje Pandadroom-met-dolfijnen, want het gaat over de slechte invloed van de mens op onze Aarde. Niet meteen de boodschap die ik tijdens zo’n dagje vakantie wil slikken, zeg maar. Ook jammer dat Kolmården de muziek voor deze show uit films als Superman, Shrek, Pirates of the Caribbean en Titanic ontleende. Er zijn zoveel minder bekende soundtracks die het verhaal even vlot kunnen overbrengen. Deze hyperpopulaire deuntjes gebruiken, ervaar ik dus een beetje als de gemakkelijke weg.
Nog meer dol fijn vermaak bij onze laatste stap naar de coaster-bingo. Delfinexpressen is een standaard Vekoma junior coaster en het was in 2009 de eerste achtbaan van Kolmården. Tegenwoordig wordt Delfinexpressen onsubtiel overschaduwd door z’n buurman Wildfire, maar dat lijkt het grote publiek niet te deren. Sterker nog: deze kleine familieachtbaan scoort ‘s middags langere wachttijden dan die wereldberoemde RMC. Over de beleving moet ik je wellicht weinig extra info geven, want de rit van Delfinexpressen is identiek aan die van z’n soortgenoten in Plopsaland, Fårup Sommerland en Slagharen.
Zo, de achtbanen van Kolmården zijn allemaal de revue gepasseerd. Wil dat zeggen dat ik het nu moet hebben over… ehm… dieren? Da’s voor mij een lastige opgave. Ik kan jullie vertellen dat de verblijven in dit park groots opgevat zijn, dat de beestjes zich vaak goed verschuilen en dat de decoratie er prachtig uit ziet. Maar daar houdt het eigenlijk wel op. Zo’n dierenpark blijft in mijn ogen vaak een nogal passieve belevenis. Het is wel tof om even die uitgestrekte savanne te bewonderen en olifanten blijven machtige dieren, maar ik ben er simpelweg niet uren mee zoet. Er moet toch een attractievere manier zijn om naar dieren te kijken?
Ja, die attractievere manier is er zeker. Net zoals Disney’s Animal Kingdom, is Kolmården namelijk de trotse eigenaar van een heuse Safari. Disney doet dat op de gebruikelijke manier met safaritrucks, deze Zweedse variant pakt het origineler aan met een kabelbaan. Safari is zonder enige twijfel de topattractie van Kolmården (in your face, Wildfire!) en wachttijden kunnen hier aardig oplopen. Wij staan in de vroege namiddag slechts vijfentwintig minuten in de rij, maar de enorme meandering verraadt dat het ook anders kan. In ruil voor de wachttijd krijgen we gelukkig een privécabine met z’n vieren, wat deze rit van een halfuur een stuk aangenamer maakt. Het leuke van zo’n kabelbaan is dat je de dieren vanuit een totaal nieuw perspectief ziet. Bij een klassiek dierenverblijf sta je quasi altijd aan de zijkant en ook met zo’n safaribus blijf je soms ver van de actie verwijderd. Deze Safari is daarentegen een muisstil, rustgevend en vernieuwend alternatief. We moeten nog altijd goed rondkijken om de leeuwen en de beren te spotten, maar toch voelt het allemaal minder geforceerd aan. Kolmården krijgt wat mij betreft dus de maximumscore voor deze attractie en het idee mag gerust naar andere dierenparken gekopieerd worden. Leuk extraatje: ook het uitzicht op de nabijgelegen Wildfire is briljant.
We zien vanmiddag quasi elk dier in de zoo en we maken wat extra rondjes op Wildfire. Rond een uur of vijf hebben we het echter wel gezien en zetten we tezamen met Hjälmar en Niek opnieuw koers naar Stockholm (nogmaals hartelijke dank voor de lift). Tijdens de terugrit kunnen we concluderen dat Kolmårdens Djurpark een fijne plek is. Niet alleen omdat er hier een achtbaan staat waar menig Amerikaans coasterpark jaloers op is, maar ook omdat de zoo er prachtig bij ligt. Kolmården is zo’n typisch modern dierenpark met natuurlijk ogende verblijven, veel ruimte en oogstrelende natuur. Ik ga mezelf na vandaag heus geen zoo-freak noemen, maar ik genoot wel enorm van deze dag. Wildfire is bovendien een erg mooie nieuwe credit op m’n curriculum en de Safari was een verrassend staaltje dierenparkperfectie. Tel daarbij het leuke gezelschap en je kan het besluit al raden: deze dag was quasi volmaakt.
Later die avond nippen we in Stockholm aan een Aperol-Spritz op een zwoel terras. Ideaal drankje met deze temperaturen, dat wel. Wanneer je er echter bijna 17 euro voor neertelt, smaakt dit oranje spul opeens wat minder goed. Als we in dat peperdure Zweden draaierig willen zijn, lijken achtbaanritten dus voordeliger dan cocktails. Die achtbanen staan gelukkig ook de komende dagen op onze planning. Na het compacte vermaak van Gröna Lund en die beruchte zero-g-stall van Kolmården, brengen we het weekend door in die andere grootmacht van de Zweedse pretparkwereld. Morgen springen we immers op de sneltrein naar Göteborg, waar we quasi onmiddellijk door de poorten van Liseberg zullen wandelen.
FOTOGALERIJ

















































Bedenkingen? Vragen? Commentaar? Laat gerust een berichtje achter via het invulveld onderaan deze pagina.
dat was quasi een perfect verslag 🙂
LikeLiked by 1 person
Dankjewel voor deze quasi ideale commentaar!
LikeLike