Kings Dominion

Kings Dominion

Doswell, Virginia, USA

Rating: 2 out of 5.

“Cedar Fair op het slechtst van z’n kunnen”

We brachten gisteren nog enkele uren door in het briljante Dollywood, maar we vertrokken in de namiddag richting Richmond. Deze stad klinkt voor de gemiddelde Europese toerist niet heel bekend, al is dat voor coasterfans anders. Nabij Richmond liggen namelijk twee achtbaanparken die in geen enkele reis naar de Amerikaanse oostkust kunnen ontbreken. Vijftig mijl ten oosten van de stad ligt het iconische Busch Gardens Williamsburg en aan de noordkant vinden we Kings Dominion. We bezoeken ze natuurlijk allebei, maar we bewaren de meest interessante bestemming voor later. Vandaag laten we Alpengeist en co dus nog even voor wat ze zijn en parkeren we onze huurwagen op de parking van Kings Dominion.

Na een slopende autorit kwamen we gisteren laat aan in Doswell, waar we incheckten bij een goedkoop motel op een steenworp van de coasters. We keken op de smartphone-app van het park de openingstijden na en we waren enigszins verbaasd. Kings Dominion zou die donderdag namelijk pas om 11.30 uur de poorten openzwaaien. Dat late openingsuur geeft ons de kans om lekker uit te slapen en het doet me bovendien vermoeden dat Kings Dominion geen topdrukte verwacht. Dat blijkt bij aankomst te kloppen: rond de ingang heerst er sereniteit en ook achter de poort hoeven we niet over de koppen te lopen. Kings Dominion heet ons overigens welkom met International Street, een gezellige wandelboulevard. Deze hoofdstraat wordt grotendeels gedomineerd – pun intended – door een reeks fonteinen en een imposante panoramatoren. Amerikanen noemen dat ding glunderend The Eiffel Tower, maar een zichzelf respecterend Europeaan zou zulke praat eigenlijk niet over z’n lippen mogen krijgen. De echte Eiffeltoren is immers niet blauw en in Kings Dominion lopen er geen verdachte verkopers van armbandjes en sleutelhangers rond de pilaren. Geloofwaardigheid nul.

Ik las in het verleden enkele tripreports over dit park en daar kon ik altijd dezelfde informatie uit filteren: loop ‘s ochtends meteen naar de vulkaan. Tof, dat is exact zoals in DisneySea, denk ik dan. Helaas vertrekt er uit de vulkaan van Kings Dominion geen onderaardse dark ride-expeditie. Dit is daarentegen de eerste van vele achtbanen die we vandaag bezoeken: Volcano – The Blast Coaster. We hebben een beetje pech: terwijl we aanschuiven, valt het ding immers in storing. We mogen in de wachtruimte blijven en dat lijkt ons een goed plan. Achter ons staat er intussen namelijk een aanzienlijke mensenmassa en de wachttijd bedraagt al meer dan een uur.

Het mankement is echter niet onmiddellijk opgelost, waardoor ook wij uiteindelijk pas na drie kwartier zouden plaatsnemen. Dat doen we (zoals het in mijn ogen hoort bij een inverted coaster) frontseat. Ik hou van het uitzicht op die pole position en dat is bij Volcano niet anders. De wind die in mijn gezicht waait tijdens de lancering is geweldig, maar het absolute topmoment is de tweede (voor mij geheel onverwachte) acceleratie. Je wordt tijdens de eerste tien seconden dus op heel veel fun getrakteerd, al lijkt de power daardoor meteen opgebruikt. Na de eerste inversie bolt Volcano – The Blast Coaster namelijk op een tamme manier uit. Het wordt nog extra pijnlijk door de eindremmen die meteen achter een grote drop geplaatst werden, want hier gaat heel veel potentiële energie verloren. Het feit dat je vanuit die remsectie simpelweg naar de staalconstructie binnenin de vulkaan staart, bezorgt al evenmin pluspunten. Volcano start veelbelovend, maar de anticlimax is groter dan het plezier.

Kings Dominion is een typisch Amerikaans coasterpark zonder veel poespas. Toch deed men moeite om themazones te creëren en momenteel staan we in het exotische Safari Village. Dat klopt perfect voor Volcano en ook top spin The Crypt werd passend geïntegreerd. Wat een Nascar-race, een UFO en een bobslee verder in dit Afrikaanse gebied te zoeken hebben, is me echter een raadsel. Vooral die bobsled coaster staat er verloren bij naast de vulkaan van daarnet. Avalanche is nochtans alles behalve een slechte coaster. Het is een klassieke Mack-variant (de enige die momenteel buiten Europa operationeel is) en hij bolt soepeler dan de meeste soortgenoten bij ons. Qua lay-out is Avalanche een ietwat verlengde versie van Schweizer Bobbahn in Europa-Park, al ontbreekt het uitbundige thema uit Rust uiteraard volledig.

Ik had het daarnet over een UFO in Safari Village. Serieus? Jazeker, dat tuig en de daarbij horende aliens zijn een onderdeel van Flight of Fear, de indoor coaster van Kings Dominion. De wachtrij ziet er kort uit, dus we besluiten deze achtbaan nog snel voor het middagmaal mee te pikken. Dat blijkt geen topidee, want de operations gaan tergend traag. Tijdens het wachten krijg ik het idee dat er nauwelijks één trein op de baan staat, maar niets is minder waar: het personeel vindt socializen gewoon boeiender dan beugels controleren. En wanneer men dan toch (met een diepe zucht) aan de veiligheidscheck begint, gaat alles in slowmotion. Ondanks de korte rij, duurt het dus drie kwartier vooraleer we uit het station gelanceerd worden. Nadat ons geduld zo verschrikkelijk op de proef gesteld werd, verwacht ik een beloning om van te smullen. Helaas blijkt dit een baan vol nietszeggend bochtenwerk en de trein stuitert onaangenaam ruw over de track. Sla Flight of Fear dus gerust over als je niet per se de credit wil.

Mijn hongergevoel is ondertussen in een vergevorderd stadium. We zouden dus eigenlijk snel een lunchadresje moeten zoeken, maar we zien ook dat de nabijgelegen Intimidator 305 quasi letterlijk op passagiers wacht. Het zoeken van een fastfoodzaak wordt dus uitgesteld, want we haasten ons naar die legendarische Giga Coaster. Intimidator 305 is voor elke coasterfan de hoofdreden om Kings Dominion te bezoeken. De statistieken van deze kanjer liegen er niet om. Het ding is 93 meter hoog, ruim anderhalve kilometer lang en de topsnelheid ligt op 145 kilometer per uur. Kortom… dit rode gevaarte is serious business. In het openingsjaar was de business echter een beetje too serious. Intimidator 305 moest zelfs grondig verbouwd worden om het enorme aantal black-outs te doen dalen. Eerst werden er remmen geïnstalleerd op de first drop, later paste men de hele eerste bocht aan. Als je denkt dat Intimidator 305 omwille van die modificaties een groot uitgevallen familieachtbaan geworden is, heb je het trouwens mis.

Een verbouwing om het aantal black-outs te verminderen… Betekent dat dan automatisch dat er geen black-outs meer zijn? Neen, helemaal niet. Wanneer we na de beruchte eerste bocht opnieuw omhoog klimmen, roept Steven me lacherig toe dat het zwart voor z’n ogen werd. En letterlijk op datzelfde moment zie ik het ook effe donker worden. Damn, wat een kracht! Na de briljante first drop en die knock-out bocht volgt er een momentje van airtime, waarna de zwarte trein aan enkele stevige bochtencombinaties begint. Dat bochtenwerk ziet er aanvankelijk niet erg spectaculair uit, maar we vlammen er aan een ontiegelijk hoge snelheid doorheen. We worden stevig in ons zitje geperst en wild door mekaar geschud (weliswaar in de best mogelijke betekenis van het woord) wanneer een linkse bocht een rechtse bocht wordt. Intimidator 305 is waanzinnig intens, al blijft het dankzij de soepelheid gelukkig aangenaam. Van de negatieve verhalen die je soms over het beugelsysteem hoort, merk ik helemaal niks. Dankzij de vlotte operations en de beperkte drukte zouden we hier vanavond dus nogmaals enkele ritjes maken. Topper!

Intimidator was top en de F&B is ook allesbehalve slecht. Dankzij mijn all-year dining plan haal ik ‘s middags een smakelijke pizzapunt met een knapperig slaatje in International Street. ‘s Avonds spring ik dan weer binnen bij Panda Express voor een potje Amerikaans-Aziatische fastfood. Het is allemaal best lekker en we beginnen dus met een voldaan gevoel aan de volgende serie coasters. In Safari Village hebben we bijvoorbeeld nog twee credits tegoed. De eerste is Anaconda, een ruim 25 jaar oude Arrow-looper waarvan een tunnelpassage onder water eigenlijk het enige noemenswaardige element is. Daarnaast bestaat Anaconda voornamelijk uit pijnlijke inversies en bochten die op een late vrijdagmiddag ontworpen werden. Ik kan me inbeelden dat een dergelijke baan in de jaren ’90 imposant was, maar tegenwoordig doe je zulke banen louter voor de teller.

De buurman van Anaconda is Backlot Stunt Coaster, een zoveelste achtbaan die betekenisloos bij Safari Village gepropt werd. Het Afrikaanse sfeertje wordt hier op geslaagde wijze – kuch kuch – geleverd door een filmset en racende Mini Coopers. Deze attractie doet terugdenken aan het Paramount-verleden van Kings Dominion, want vroeger was ie gekend als een Italian Job-ride. Toen hadden de autootjes en de kenmerkende finale in een lege betonbak dus betekenis. Vandaag straalt het daarentegen vergane glorie uit en blijken alle effecten uitgeschakeld. Halverwege de rit worden we bijvoorbeeld tot stilstand gebracht tussen een stapel zeecontainers. Het is duidelijk dat hier ooit iets hoorde te gebeuren, maar tegenwoordig is het er doodstil. Backlot Stunt Coaster heeft naast de pittige lancering en een onverwacht heftige triple helix dus weinig te bieden.

Van de achtbanen die we tot nog toe bezochten, maakten er drie gebruik van een lancering en ook de pijlsnelle lifthill van Intimidator 305 kan je eigenlijk als een soort acceleratie definiëren. Hebben ze hier eigenlijk ook klassieke achtbanen met zo’n goeie ouderwetse rakketak-lift? Het antwoord luidt ja. Een van die rides is Dominator, een Floorless Coaster van B&M. De baan werd RCT-gewijs op een kaal grasveld geploft, maar hij is dankzij de hippe kleurcombinatie alsnog erg fotogeniek. De aantrekkelijke looks vertalen zich trouwens naar een al even sterke ritervaring. Dominator heeft een bijzonder originele lay-out waar de treinen met veel souplesse en hoge snelheden doorheen racen. Toch zorgen ook hier de operations voor een wrange bijsmaak. B&M’s van dit kaliber horen capaciteitsmonsters te zijn, maar het luie personeel van Dominator haalt hooguit één dispatch per vijf minuten. Ondanks de korte rij moeten we dus alsnog een halfuur in de brandende zon aanschuiven. Jammer dat het allemaal zo stroef verloopt, want deze topper had ik graag nogmaals gedaan.

Het is inmiddels al laat in de middag en we beseffen dat Kings Dominion ons geen uitgebreid parkbezoek zal gunnen. Op de teams van Intimidator 305 en Volcano na, is het personeel hier namelijk absurd traag. Ik las ooit dat een koala zowat twintig uur per dag slaapt en de crew van dit park moet daar niet voor onderdoen. Ik verzin dit niet: bij Anaconda stond er een personeelslid minutenlang haar haardos te kammen terwijl er 28 beugels smeekten om gecontroleerd te worden. Nog zo’n frappant voorbeeld is de dame van Grizzly die gezellig aan het telefoneren is, terwijl ze eigenlijk het poortje richting uitgang zou moeten sluiten. Pas nadat ze haar praatje afrondt en dat bewuste poortje dicht zwaait, mag de trein vrijgegeven worden. Om het nog wat schrijnender te maken, voeg ik eraan toe dat we op dat moment al ruim een uur voor Grizzly staan te wachten omdat men slechts één treinstel gebruikt. Wat we in ruil krijgen voor die vreselijk lange wachttijd? Een matige woodie zonder spectaculaire wendingen. Zucht.

De plaatselijke log flume en de raftingbaan laten we achterwege, net zoals de imposante WindSeeker en Giant Frisbee Delirium. Onze tijd wordt immers beperkt en we moeten keuzes maken. Onze eerste prioriteit wordt Rebel Yell, een duellerende wooden coaster. Ik vind zulke racende achtbanen supertof en een witte woodie straalt eigenlijk altijd een bijzonder sfeertje uit. We starten dus met goeie punten, maar dit park gooit nog maar eens roet in het eten. De rij is lang, maar net zoals bij Grizzly rijdt er maar één trein. Ik bedoel daarmee niet één trein per kant, maar letterlijk één enkel voertuig. Kings Dominion acht het vandaag niet nodig om beide banen te openen, dus de blauwe helft staat er levenloos bij. Tijdens de 40 minuten durende wachttijd krijg ik ruimschoots de kans om het station te bestuderen. Daar staan zeven personeelsleden verveeld naar de vloer te staren. Deze bezetting zou in een gemiddeld park volstaan om beide tracks te dispatchen, maar in Kings Dominion gelden andere regels. Ook hier is de beloning voor onze wachttijd trouwens mager: de gereviseerde baandelen van Rebel Yell zijn niet slecht, maar de oude gedeelten voelen behoorlijk ruw aan. Deze constructie staat er al dik 40 jaar en dat is voelbaar.

Wanneer het laatste uurtje Kings Dominion aanbreekt, besluit ik m’n fototoestel te plezieren door die Eiffeltoren zonder opdringerige verkopers te beklimmen. Daarna scheiden onze wegen: Nick probeert in sneltempo de ontbrekende credits binnen te halen, maar ik pas voor de kinderachtbanen en een standaard Wild Mouse. Onze voorkeur gaat naar enkele bisnummertjes bij Intimidator 305. Men dispatcht hier nog steeds aan hoge snelheid en de wachttijd beperkt zich tot minder dan tien minuten. Je kan jezelf afvragen waarom het bij deze coaster wèl mogelijk is, maar ja… er lijkt gewoon iets grondig mis met de motivatie van de meeste personeelsleden.

De drie ritjes Intimidator 305 die we bij zonsondergang maken, helpen ons gelukkig om de zure nasmaak van vandaag weg te spoelen. En er is nog meer goed nieuws: enkele minuten na sluitingstijd mogen we gewoon binnenwandelen bij Woodstock Express, een stokoude familiale houten achtbaan. De coaster is een nagenoeg exacte kopie van de gelijknamige versie in Carowinds en hij rijdt eigenlijk minstens even vlot. Leuk ding dus. Het laatste uur was een plotse opeenstapeling van meevallers. Het is immers fijn om zonnige plaatjes te schieten van op een panoramaplatform en het is ronduit sensationeel om drie wachttijdloze ritten te maken op een coaster van wereldformaat. Reken daar die onverwachte credit bij en je zou haast besluiten dat we hier een topdag hadden. Maar helaas… ik ben nog niet vergeten dat er vandaag ook talrijke momenten van ergernis waren. Die zijn zowat allemaal te wijten aan het trage personeel en de keuze voor lage capaciteit.

Op papier is Kings Dominion een prima pretpark met veel achtbanen, spectaculaire flat rides en een uitgebreide kinderzone. De decoratie is beperkt, maar dat stoort me bij een Cedar Fair-park absoluut niet. Waarom de operations zo traag verlopen, is me echter een raadsel. We bezochten afgelopen week zusterparken Knott’s Berry Farm en Carowinds en in beide parken was het behoorlijk kalm. Toch had elke achtbaan het maximale aantal treinen op de rails en werkte zowel het ride- als het horecapersoneel aan een verschroeiend tempo. Waarom is zoiets hier niet mogelijk?

Jammer maar helaas: Kings Dominion bengelt ondanks de aanwezigheid van Dominator en Intimidator 305 ergens onderaan mijn ranking. Ik beleefde niet het zorgeloze dagje uit wat ik van een pretpark verwacht en er moet al een verdomd knallende coaster verrijzen als ze me hier ooit terug willen zien. Ik hoorde echter dat men volgend jaar een RMC-coaster opent, dus dat tweede bezoekje mag eigenlijk meteen ingepland worden.

FOTOGALERIJ

Bedenkingen? Vragen? Commentaar? Laat gerust een berichtje achter via het invulveld onderaan deze pagina.

Leave a Reply

Fill in your details below or click an icon to log in:

WordPress.com Logo

You are commenting using your WordPress.com account. Log Out /  Change )

Facebook photo

You are commenting using your Facebook account. Log Out /  Change )

Connecting to %s