SeaWorld San Diego
San Diego, Californië, USA
“De plek waar alle achtbanen blauw zijn”
Wanneer een Europese toerist naar Californië reist, speelt de actie zich doorgaans rond Los Angeles en San Francisco af. Een strandwandeling in Santa Monica, een foto bij ‘t Hollywood Sign, een selfie bij de Golden Gate Bridge en een bezoekje aan Alcatraz… het zijn de klassieke elementen van een dergelijke trip. San Diego verschijnt opvallend minder vaak op de planning. Ondanks de zonzekerheid en de relatief korte rij-afstand vanuit LA lijken reizigers amper geïnteresseerd in deze kuststad. En ik geef het meteen toe: hoewel we al meerdere keren naar de Amerikaanse westkust reisden, bleef San Diego ook voor ons onbekend terrein. In 2024 brengen we daar echter eindelijk verandering in. Tijdens ons twee dagen durende verblijf nippen we van delicieuze cocktails in het fameuze Gaslamp Quarter, kuieren we door de adembenemend mooie San Diego Zoo en uiteraard nemen we een kijkje in het plaatselijke themapark: SeaWorld San Diego.
Internationale bezoekers kennen SeaWorld voornamelijk dankzij de vestiging in pretparkhoofdstad Orlando. Het park in Florida profiteert mee van de populariteit van Disney en Universal, waardoor er zowat 4,5 miljoen gasten per jaar komen. SeaWorld San Diego moet daar echter nauwelijks voor onderdoen: in 2023 liepen er ongeveer vier miljoen bezoekers door de poorten. Dit Californische park is trouwens de plek waar het hele SeaWorld-verhaal z’n oorsprong kent. Vier ondernemende ex-studenten van de UCLA maakten tijdens de jaren ’60 plannen om een show met zeezoogdieren en een onderwaterrestaurant te creëren. Het onderwaterrestaurant bleek in die tijd nog iets te hoog gegrepen, maar de show kwam er wel. Men integreerde het theater in een bescheiden park, er werden enkele attracties toegevoegd… et voilà: SeaWorld was geboren. Het concept van zo’n maritiem themapark bleek overigens een succes, want tijdens de daaropvolgende decennia zouden er nieuwe vestigingen openen in Ohio, Florida, Texas en de Verenigde Arabische Emiraten.
SeaWorld San Diego maakt een uitstekende eerste indruk. Dat is niet alleen te danken aan de voordelige toegangsprijs (dankzij een online actie mogen we het kassatarief zomaar halveren), maar ook aan de prachtige locatie. Je vindt SeaWorld namelijk in Mission Bay Park, een kunstmatig aangelegde baai met zandstranden, jachthavens en wuivende palmbomen. De hele buurt straalt hierdoor een volmaakte vakantiesfeer uit en we mogen het vanochtend bovendien onder een strakblauwe hemel bewonderen. Ook onze eerste aanblik van het park is om in te kaderen. De toegangspoort kreeg een minimalistische, doch aantrekkelijke vormgeving en het plein achter de ingang straalt een leuke dynamiek uit. Op dat plein vinden we het zogenaamde Explorer’s Reef, dat meerdere touch pools bevat. Wij hebben er zelf geen nood aan om de visjes in deze aquaria aan te raken, maar we vinden dit wel een originele invulling voor de Main Street van het park.
Hoe vaak heb ik op deze site al gezegd dat je ‘s ochtends rechtstreeks naar de achterzijde van een themapark moet wandelen? Ik ben de tel kwijtgeraakt. Toch herhaal ik het graag nog eens in dit report, want deze werkwijze helpt ook in SeaWorld San Diego om lange wachtrijen te vermijden. We begeven ons dus meteen naar de oostelijke hoek van het domein, waar Wild Arctic onze eerste halte wordt. Deze habitat is in meerdere opzichten indrukwekkend. We spotten hier namelijk witte dolfijnen en walrussen, twee diersoorten die je lang niet in ieder dierenpark terugvindt. Toch ben ik misschien nog meer onder de indruk van de theming, want de vormgeving van deze walk-through is bijzonder cool.
In het Wild Arctic-complex vinden we trouwens ook Arctic Rescue, een familiale lanceerachtbaan van Intamin. De aankleding daarvan is helaas minder geslaagd dan die van het aangrenzende dierenverblijf: de wachtruimte en het station zijn eerder kaal, terwijl de eigenlijke rollercoaster zich op een grindvlakte met minimale decoratie bevindt. Daarenboven is de baan totaal onzichtbaar vanaf de wandelpaden, wat ik vanuit fotografisch standpunt een ontzettend spijtige zaak vind. Er zijn dus meerdere zaken voor verbetering vatbaar, maar qua rit valt Arctic Rescue me honderd procent mee. De sneeuwscooter-achtige voertuigen zijn comfortabel en glijden met een heerlijke souplesse over de rails. Bovendien bevat de baan maar liefst drie acceleraties en de lay-out blijkt langer dan ik verwachtte.
Hou je van acceleraties? Dan ben je in SeaWorld San Diego aan het juiste adres. Als je de vijf rollercoasters van dit park allemaal één keer aandoet, word je immers op acht (!) lanceringen getrakteerd. Arctic Rescue neemt er drie voor z’n rekening en ook bij de nabijgelegen Electric Eel worden we twee keer voorwaarts en één keer achterwaarts voortgestuwd. Met een topsnelheid van 100 kilometer per uur en een totale hoogte van 46 meter levert Electric Eel een tamelijk sensationele rit, maar voor ervaren pretparkfans is het allemaal niks nieuws. We praten namelijk over een Sky Rocket II van de Amerikaanse constructeur Premier Rides. Dit standaardmodel staat in meerdere Amerikaanse en Europese pretparken, en qua rit worden we bijgevolg niet verrast. Ik vind het bovendien jammer dat men hier nog steeds met de vreselijke comfort collars werkt, want dit beugelsysteem kan z’n naam helaas niet waarmaken. Aangezien ook het thema van de baan tot een absoluut minimum beperkt werd, mag ik concluderen dat Electric Eel nauwelijks meerwaarde levert. Thank you, next.
De oostelijke parkhelft is the place to be voor thrillseekers. Er staan hier namelijk vier achtbanen op een boogscheut van elkaar, wat het simpel maakt om je achtbaanteller een snelle boost te geven. Toch blijkt gauw dat we vandaag geen volledige coaster-bingo zullen binnenhalen, want bij Journey to Atlantis heerst er doodse stilte. Het bassin van deze waterachtbaan is leeg en de bootjes blijven binnen. Jammer, want qua looks is dit wellicht de meest aantrekkelijke attractie van het ganse park. Het paleis is weliswaar iets minder imposant dan dat van de naamgenoot in Orlando, maar toch straalt ook deze Journey to Atlantis een zekere grandeur uit. En hoewel we de rit niet zelf kunnen beleven, zien we dat alle elementen aanwezig zijn die je bij zo’n Mack water coaster mag verwachten. De attractie bestaat uit een twintig meter hoge drop, een bochtig achtbaangedeelte en twee splashes. Daarnaast is het cool dat er in een van de paleistorens een verticaal liftsysteem verwerkt werd. Hopelijk kunnen we deze ride tijdens een volgend bezoek ‘ns uittesten.
Het lijkt erop dat SeaWorld San Diego een innige vriendschap onderhoudt met de lokale leverancier van blauwe verf. Elk stukje (zichtbare) achtbaanrail in dit park is namelijk in een of andere blauwtint uitgevoerd. Als optimist beschouw je dit misschien als een keuze voor uniformiteit, die bovendien uitstekend past bij het maritieme thema van SeaWorld. Als pessimist zou je deze situatie dan weer als eentonig of saai kunnen beschrijven. Mijn mening ligt ergens in het midden, maar het woord ‘saai’ is wel van toepassing op de vormgeving van de volgende rollercoaster. Emperor is namelijk een van de slechtst aangeklede pretparkattracties die ik ooit zag. De baan werd in een godvergeten uithoek van het domein neergezet en het naambord is letterlijk ‘t enige vleugje thema dat er te zien is. Emperor staat op een kale lap grond, de wachtruimte is saai en men deed zelfs geen moeite om het station van een dak te voorzien. De rit is heus niet slecht (met z’n drie inversies voelt de lay-out van deze Dive Coaster immers completer aan dan die van Baron 1898 of Krake), maar ik kan SeaWorld moeilijk vergeven dat men deze baan niet meer aankleding gaf. Zelfs een gemiddeld Six Flags-park presteert doorgaans beter.
Check het gerust eens in Brugge of Harderwijk: het is anno 2024 niet zo vanzelfsprekend om een dolfinarium uit te baten. Het was ooit doodnormaal om zeezoogdieren in gevangenschap te houden en de beestjes meermaals per dag kunstjes laten uitvoeren voor publiek. Tegenwoordig ligt dit echter moeilijker en ook voor de SeaWorld-parken vormt dit een probleem. Ondanks de controverse zijn zulke shows nog steeds onderdeel van het aanbod en blijven ze populair. SeaWorld San Diego pakt uit met drie grootschalige voorstellingen, die respectievelijk rond zeeleeuwen, dolfijnen en orka’s draaien. De dolfijnshow wonen we wegens beperkte interesse niet bij, maar ‘s namiddags nemen we wel een kijkje in de andere theaters. Bij Flippers Facts & Fun – The Sea Lion Experience worden we getrakteerd op een verrassend humoristische presentatie. De hoofdrollen worden vertolkt door de Californische zeeleeuwen Clyde en Seamore, maar we spotten ook een paar otters tijdens een hilarisch intermezzo. De show is kort, maar tovert wel een brede glimlach op ons gezicht.
De Amerikaanse vlag wappert hoog boven SeaWorld en daar is men duidelijk trots op. Om tien uur ‘s ochtends legt een meerderheid van de bezoekers en personeelsleden immers de hand op de borst, terwijl The Star-Spangled Banner door de speakers weerklinkt. De voorstelling Orca Encounter begint bovendien niet vooraleer men de Amerikaanse veteranen een moment van glorie gunt. Na een verplichte “thank you for your service” is het dan tijd om de acht orka’s van SeaWorld San Diego te bewonderen. En hoewel ik hun broertjes en zusjes al aan het werk zag in Orlando en San Antonio, moet ik toegeven dat het een imposant tafereel blijft. De show werd na de duistere Blackfish-documentaire aangepast om een meer educatief en serieus karakter uit te stralen, maar gelukkig is er ook nog wel wat fun te beleven. De tofste onderdelen van deze 25 minuten durende presentatie blijven immers de momenten waarop de toeschouwers in de zogenaamde splash zone op een nat pak getrakteerd worden. Niet geïnteresseerd in drijfnatte kleding? Neem dan vooral niet plaats op de eerste vijftien rijen. Gelukkig zijn er voldoende andere plekken om het schouwspel op een drogere manier te beleven, want met z’n 5.500 zitjes is dit een van de grootste theaters die ik ooit in een pretpark zag.
De orka’s zijn ongetwijfeld de grootste beestjes die je in SeaWorld zal spotten. Toch zijn er nog veel meer dierenhabitats en aquaria, die evenzeer een bezoekje waard zijn. De tofste adresjes zijn in mijn ogen Penguin Encounter, Turtle Reef en het tropische Shark Encounter. Deze walk-throughs zijn allesbehalve reusachtig, maar ze werden op een leuke manier ingericht en pronken met behoorlijk wat thema. Bij de pinguïns en haaien werden er bovendien traag bewegende rolbanden aangelegd, die op drukke dagen wellicht helpen om duw- en trekwerk met je medebezoekers te vermijden. SeaWorld San Diego legt tijdens ons bezoek trouwens de laatste hand aan Jewels of the Sea, een kleurrijk uitziende aquariumwereld waarin kwallen de hoofdrol zullen spelen.
Over kwallen gesproken… SeaWorld San Diego heeft dankzij Tentacle Twirl een van ‘s werelds origineelst gethematiseerde zweefmolens in huis. Dit is slechts een van de vele familievriendelijke flatrides in het park, maar voor een ervaren pretparkbezoeker zijn die dingen uiteraard niet buitengewoon boeiend. De enige flatride die ons wel interesseert, is de 98 meter hoge SkyTower. Deze observatietoren staat centraal in het park en garandeert waanzinnige uitzichten op SeaWorld, de ruime omgeving en de Stille Oceaan. Helaas vindt SeaWorld dit een geldig excuus om van SkyTower een betaalattractie te maken. Je telt al een aardige som neer om het park te betreden, maar toch kost een ritje op SkyTower nog ‘ns 6 dollar per persoon. Men zegt wel dat de entreegelden rechtstreeks naar bescherming en verzorging van de dieren gaan, maar eigenlijk zou zo’n attractie toch gewoon inbegrepen moeten zijn. En weet je wat het allerergste is? De rit blijkt kort en de ramen van de cabine zijn zo smerig dat je amper toffe foto’s kan maken. Slechte punten voor SeaWorld.
Weet je wat me opvalt in SeaWorld San Diego? Het verschil in kwaliteit tussen de verschillende attracties is enorm. Jammer genoeg evolueerde die kwaliteit in de verkeerde richting, want de oudere rides zien er vaak beter uit dan de nieuwste. Vanochtend merkten we al dat de monumentale façade van Journey to Atlantis (geopend in 2004) in schril contrast staat met het kale uiterlijk van Electric Eel (2018) en Emperor (2022). In de westelijke parkhelft treffen we gelukkig nog twee attracties van de oudere generatie. Dat zijn Shipwreck Rapids (een prachtig geïntegreerde raftingbaan met een exotisch thema) en Manta. Deze multi-launch coaster opende in 2012 en werd geleverd door Mack Rides. Een grote thrill is het niet en het maximale hoogteverschil van negen meter klinkt zelfs ronduit lachwekkend. Toch levert Manta dankzij z’n twee acceleraties en krachtige bochtenwerk een verrassend toffe rit af. De grootste sterkte van deze ride is in mijn ogen echter de visuele verschijningsvorm. Manta is omgeven door tropisch groen, het Polynesisch geïnspireerde stationsgebouw is prachtig en ook het logo aan de ingang is extreem fotogeniek. Dus… als SeaWorld een dikke tien jaar geleden in staat was om zulke fantastische landscaping te creëren, waarom lukt dat dan vandaag niet meer?
Na een zestal uren kunnen we één ding met zekerheid zeggen: SeaWorld San Diego hoort niet bij de beste themaparken van Californië. We voegden een aantal prima achtbanen aan onze teller toe, we genoten van de schitterende natuur en we zagen heel wat zwemmende beestjes, maar op bepaalde vlakken bleven we toch op onze honger zitten. Het attractieaanbod is bijvoorbeeld niet heel uitgebreid en teert voornamelijk op rollercoasters en kindermolentjes. Daarnaast ligt het themaniveau niet overal even hoog en moet je als bezoeker rekening houden met buitensporige prijzen voor aankopen binnen het park. Merchandising is extreem duur en ik betaalde nooit eerder 7,50 dollar voor een klein flesje cola. Onze lunch was evenmin goedkoop en kon qua smaak absoluut niet tippen aan de maaltijden die je in Disneyland Anaheim, Universal Studios Hollywood of Knott’s Berry Farm voorgeschoteld krijgt. Ik heb er absoluut geen spijt van dat we een reisdag aan SeaWorld San Diego spendeerden, maar de kans is klein dat we hier snel opnieuw komen.
PRO & CONTRA

- Mooie dierenhabitats
- Fijne achtbanen
- Goede sfeer in het park

- Hoge prijzen voor eten, dranken en souvenirs
- Matige operations
- Themaniveau ligt relatief laag bij de nieuwste attracties
Mag ik je aan het einde van dit report nog een kleine tip meegeven? Je kan na dat middagje SeaWorld perfect een tweede shotje achtbaanplezier inplannen. Amper twee kilometer verderop ligt immers Belmont Park, een authentiek Amerikaans kustpretpark. Belmont Park grenst aan Mission Beach en de boardwalk, waardoor deze plek een volmaakt zomergevoel (met een vleugje Roller Coaster Tycoon) oproept. Ik ben niet van plan om een apart reisverslag over Belmont Park te schrijven, want we brengen er weinig tijd door. Het park is immers piepklein en richt zich vooral op jonge gezinnetjes. De enige attractie die ik wel even wil belichten, is Giant Dipper. Deze fraaie witte wooden coaster is 800 meter lang, 22 meter hoog en hij bereikt een topsnelheid van 88 kilometer per uur. Een toegangskaartje kost 8 dollar (in november 2024) en in ruil krijg je een toffe achtbaanrit, die weliswaar enkele ruwe overgangen bevat. Toch ervaar ik dat niet als storend bij een rollercoaster uit het jaar 1925. Want ja, na een eeuw aan de Californische kust doet deze Giant Dipper dus nog steeds vrolijk z’n ding. Hoezeer ik daarstraks ook genoot van Arctic Rescue en Manta… De meest iconische achtbaan van San Diego staat niet in SeaWorld, maar wel in Belmont Park.
Deze bezoekjes aan SeaWorld en Belmont Park vormden het officiële begin van onze roadtrip door Zuid-Californië. Met andere woorden: er staan ons nog heel wat extra pretparkdagen te wachten. Na dit weekendje San Diego brengt onze huurwagen ons namelijk naar een stad die heel wat Disney- en themaparkliefhebbende harten sneller doet slaan. Anaheim, we komen eraan!














