Angkor Grand Circuit
“De iets minder drukke route binnen Angkor Archaeological Park”
Wanneer ik info zocht over de Angkor-tempels, kwamen de termen Small Circuit en Grand Circuit opvallend vaak terug. Dit zijn de twee klassieke tours doorheen het gigantische Angkor Archaeological Park. Wanneer je die beide lussen afwerkt, dan heb je de meest imposante tempels bezocht. Maar wat als je slechts tijd hebt voor één tour? Zou jij dan het Small Circuit of dat Grand Circuit kiezen? Puur op de naam afgaande lijkt Grand Circuit de juiste keuze, maar het tegendeel is waar. Zowel Angkor Wat, Angkor Thom als het ultra-fotogenieke Ta Prohm liggen namelijk op het Small Circuit, dat we afgelopen maandag bezochten. De woorden small en grand duiden in dit geval enkel op de totale lengte van de tour. Op het Grand Circuit leg je dus meer kilometers af, maar de tempels zijn doorgaans wat kleiner.
PNOMH KULEN NATIONAL PARK
Voor ik jullie op sleeptouw neem voor het Grand Circuit… een korte samenvatting over onze tweede dag. Tijdens elke lange reis heb je zo’n dagen waarop alles meezit en er zijn dagen waar je meer van verwachtte. Ook in Cambodja is er een dag die de verwachtingen helaas niet inlost. We bezoeken op dinsdag het Pnomh Kulen National Park, dat op zowat vijftig kilometer van Siem Reap ligt. Is m’n matige enthousiasme te wijten aan de autorit van anderhalf uur? Aan de toegangsprijs van 20 dollar per persoon? Of zullen we gewoon besluiten dat ons Belgische verwachtingspatroon fout was?

Want tja, wanneer je als Belg iets hoort over een nationaal park… dan verwacht je een kilometerslange wandeling door de natuur. En hoewel de groene omgeving van Kulen Mountain prachtig is, ziet een bezoek aan Pnomh Kulen National Park er helemaal anders uit. Beschouw dit eerder als een soort bedevaartsoord op een heuveltop. Ik heb het natuurlijk niet over een Lourdes-achtig iets waar Mariabeeldjes uit ‘t niets verschijnen. Neen, hier mag je een wens doen bij een gigantische liggende Boeddha…

… en je mag de halve omgeving wakker schudden met een knal op de gong.

Naast bedevaartsoord is Pnomh Kulen National Park in de eerste plaats een toeristische bestemming. Daar heb ik absoluut geen probleem mee – we zijn uiteindelijk zelf ook toeristen – maar er zijn gradaties in toerisme. En wanneer men kleurrijke zwembandjes verkoopt aan de oever van de plaatselijke rivier, dan besef je dat men eigenlijk een stapje te ver gaat.

De waterval van Pnomh Kulen is daardoor niet de idyllische plek die ik hoopte te vinden, maar voelt aan als een soort Center Parcs met bruin water.

(en sommige koppels vinden zo’n waterval blijkbaar ideaal om hun salsa-moves te tonen)

BANTEAY SREI
Dus neen, dit was niet de voormiddag waarop ik hoopte. Pnomh Kulen National Park is een bestemming die je in mijn ogen meteen mag schrappen uit je Cambodjaanse avontuur. Toch is deze dinsdag niet helemaal verloren, want tijdens de namiddag springen we opnieuw binnen bij het Angkor Archaeological Park. Ergens tussen Kulen Mountain en Siem Reap ligt Banteay Srei, ook wel de Vrouwentempel of Tempel der Schoonheid genoemd. Dat is niet enkel een reusachtig compliment voor de dames, maar ook voor deze tempel. Hij heeft z’n naam immers niet gestolen.


Banteay Srei ligt best een eind van de klassieke circuits, waardoor de tempel opvallend minder druk aanvoelt dan pakweg Angkor Wat of Ta Prohm. Het is fijn om in alle rust op verkenning te gaan, want deze Vrouwentempel barst van de fijne details.


Vooral het westelijke gedeelte van dit complex is erg fotogeniek. We spotten hier een soort miniatuurversie van Angkor Wat waarin vooral guardian monkeys (toegegeven: deze heb ik zelf uitgevonden) de show stelen. Verwacht helaas geen grappige selfie met die aapjes. Banteay Srei straalt een bepaalde fragiliteit uit en het is daarom begrijpelijk dat je deze pracht vanaf een afstandje moet bekijken.


Met een blik op dit prachtige moerasland zeggen we tot ziens tegen Banteay Srei. Onze tweede dag in Cambodja was niet bepaald onvergetelijk, maar die schilderachtige Vrouwentempel maakte veel goed. Het is vanuit Siem Reap een behoorlijke tocht, maar het is de verplaatsing waard. Als je het mij vraagt, is een bezoek aan Banteay Srei trouwens prima te combineren met Angkor’s Grand Circuit. En oh… daar ging dit verslag over, toch? Laat ons deze langgerekte inleiding dus afronden en overgaan naar de orde van de dag: het Grand Circuit.

Vooraleer we tezamen met Keo dat Grand Circuit trotseren, moet er eerst getankt worden. En geloof het of niet: onderstaande foto toont een Cambodjaans tankstation. In Siem Reap zijn er weliswaar enkele klassieke benzinestations, maar buiten het centrum zijn die onbestaand. Niet erg handig in een land waar duizenden tuktuks en brommers rondtuffen, dus er is een alternatief. Ook zowat elk marktkraam langs de weg verkoopt namelijk brandstof. Gek genoeg wordt die altijd in oude gin-, vodka- of whiskeyflessen verkocht. Denk dus vooral niet dat dit een soort geïmproviseerde cocktailbar met eigen brouwsels is…

We fast-fowarden even naar dag drie. Gisteren nam Keo ons mee in z’n luxueuze Lexus, maar vandaag mogen we opnieuw plaatsnemen in de tuktuk. Dat vinden Phaedra en ik leuk: het geeft een avontuurlijker gevoel, het creëert een verkoelend briesje en je kan makkelijker de omgeving bewonderen. Het is dus nogmaals genieten van die wondermooie South Gate wanneer we Angkor Thom naderen. Het enige nadeel van die zuidelijke poort is de grote hoop toeristen die er altijd rondzwermt. Wil je in een rustigere omgeving foto’s maken van zo’n prachtig tafereel? Rijd dan gewoon verder naar de North Gate…

… want aan die noordelijke ingang, daar zijn we vanochtend alleen.

Keo kent bovendien de plekken waar je de leukste uitzichten hebt. Et voilà… twee glimlachjes op één foto.

PREAH KHAN
Na onze kleine tussenstop zetten we koers naar Preah Khan. Koning Jayavarman VII liet deze tempel tijdens de twaalfde eeuw bouwen als ode aan zijn vader. Laat ons hopen dat die vader zich vereerd voelde, want dit is een behoorlijk imposante site. Dat begint al bij de entree: je betreedt Preah Khan langs een wondermooi wandelpad dwars door de jungle…

… en je mag een imposante brug oversteken om bij de eigenlijke tempel te geraken.

Ja, zelfs die brug is al een selfie waard.

Muren zijn best een banaal ding. Wanneer je wilt dat erover gesproken wordt, kan die muur dus maar beter in China, in Berlijn of aan de grens met Mexico staan. Ook in het oude Khmer-rijk werd er trouwens veel werk gestoken in muren. De decoratieve touches op de omwalling van Preah Khan zijn erg indrukwekkend.

Wanneer we het eigenlijke gebouw betreden, krijg ik opnieuw dat Tomb Raider-gevoel dat ik twee dagen geleden ervoer. Het is een verrassend grote tempel en we mogen nogmaals naar hartelust op ontdekking gaan. Je mag als bezoeker elk duister gangetje, elk donker kamertje en elk lieflijk binnenplaatsje verkennen. Heel bijzonder.

Preah Khan blijkt enigszins vergelijkbaar met Tomb Raider-tempel Ta Prohm en dat is een compliment. Ook hier wordt het uitzicht bepaald door waanzinnig gedetailleerde sculpturen…

… galerijen die zo uit een pretpark geplukt lijken…

… mysterieuze doorkijkjes…

… en enorme boomstammen die de gebouwen overwoekeren.

In het westelijke deel van Preah Khan ligt trouwens een oogstrelend mooi binnenplaatsje. Het is misschien oneerbiedig om dit de achtertuin te noemen, dus ik beschrijf het liever als een soort paleistuin. Het doet me in zekere zin terugdenken aan Forum Romanum in Rome, maar gelukkig voor ons is deze Cambodjaanse versie een heel stuk kalmer.


Small Circuit bevat de toppers van Angkor, terwijl Grand Circuit voornamelijk uit B-tempels bestaat. Dat lijkt zowat de algemene opinie, maar Preah Khan past niet in dat plaatje. Sterker nog: ik ervaar Preah Khan als een van de knapste tempels van het hele park. Ik genoot met volle teugen van z’n prachtige ligging en de vele details. Bovendien leek de schoonheid ultiem tot zijn recht te komen dankzij de beperkte drukte. Mis deze tempel alsjeblieft niet.

‘Arbeid is nodig om d’oude pracht te behouden voor het nageslacht’ zegt men in de Efteling wanneer er een attractie in onderhoud is. Bij de Angkor-tempels geldt min of meer dezelfde regel. Ook hier tref je regelmatig renovaties en werkzaamheden aan.

NEAK PEAN
Op dag één waren we onderweg met Keau en vandaag neemt Keo ons mee. De broers delen hetzelfde jeugdige uiterlijk en ze zijn beiden ongelooflijk lief, maar verder verschillen ze behoorlijk hard. Keau blijkt een coole, vlotte kerel en zijn Engels is opmerkelijk sterk. Keo’s kennis van het Engels vraagt meer verbeeldingskracht en hij lijkt wat minder relaxed, maar hij maakt dat goed met z’n gidstalenten. Want hoewel dat eigenlijk niet in z’n takenpakket staat, geeft Keo wel veel achtergrondinformatie over de plekken die we bezoeken. Hij heeft bijvoorbeeld een bijnaam voor elke tempel. Na ons bezoekje aan de vadertempel, houden we halt bij de hospitaaltempel, vernoemd naar z’n helende krachten. Middelheim, UZ en Sint-Augustinus mogen dus inpakken… ik ga met eventuele kwaaltjes naar Cambodja. Naar Neak Pean, om precies te zijn.

Neak Pean is een kleinschalige tempel, maar wel eentje met een unieke verschijningsvorm. Dit alternatieve hospitaal ligt immers op een eiland in een kunstmatig aangelegd meer. Je bereikt Neak Pean door middel van een lange houten wandelbrug, die over een moerassig landschap lijkt te zweven. En er komt nog meer water aan te pas, want ook de eigenlijke tempel bestaat uit verschillende vijvers. Het resultaat is mysterieus en speciaal, al heb je Neak Pean omwille van z’n minimale omvang op hooguit tien minuten wel weer gezien. Omdat ik hier tezamen met een echte verpleegster ben, was dit echter een onmisbare stop.

TA SOM
Na bezoekjes aan de vrouwentempel, de vadertempel en de hospitaaltempel, komen we uit bij vadertempel². En zoals Preah Khan het bouwwerk voor vaders met grootheidswaanzin was, zo is dit een tempel voor brave, bescheiden huisvaders. Ta Som heeft geen duizelingwekkende omvang en het is eigenlijk een soort XS-versie van onze beroemde Lara Croft-tempel. De architectuur is gelijkaardig en ook hier heeft de jungle een overwoekerend karakter.

Is de vader van Koning Jayavarman VII gereïncarneerd als aap en bewaakt hij nu z’n persoonlijke tempel? Zou best kunnen.

Vadertempel² is kleinschaliger dan Preah Khan, maar minstens even fotogeniek. Vooral dit paviljoentje, dat aan de achterkant van het complex staat, heeft een prachtige uitstraling.

Wie ooit zei dat bomen saaie materie zijn, mag in Angkor ontdekken dat het tegendeel waar is. Wanneer je bomen en tempels combineert, krijg je een magisch resultaat.


EAST MEBON
In feite zijn er twee soorten tempels in het Angkor-park. Enerzijds heb je de piramidevormige structuren, anderzijds zijn er de meer uitgestrekte tempels met een groot aantal tussengangen. Die laatste categorie is het leukst om te bezoeken, omdat je in zulke tempels echt op ontdekking kan gaan. We sluiten onze tour helaas af met twee semi-piramides en we beginnen bij East Mebon.

East Mebon werd gebouwd in de tiende eeuw en koning Rajendravarman wilde er z’n ouders mee eren. Toch vind ik persoonlijk dat oudertempel verwarring zou kunnen zaaien na die beide vadertempels van daarstraks. Laat ons dit daarom officieus de olifantentempel noemen. Dat heeft niks te maken met de omvang van Rajendravarman z’n moeder en vader (of althans, dat hoop ik), maar wel met de schattige olifantenbeeldjes die East Mebon kenmerken.


Die olifanten geven pluspunten, maar verder doet East Mebon ons niet veel. De structuur is wat robuuster dan bij de andere tempels en de details hebben behoorlijk zware tijden doorstaan. En heel eerlijk: na drie dagen geraakt een mens ook ietwat tempelmoe. Het is allemaal wel mooi en imposant, maar op een gegeven moment verdwijnt het verrassingseffect een beetje.

PRE RUP
Of de allerlaatste tempel dat verrassingseffect kan terugbrengen? Amper. Pre Rup toont veel gelijkenissen met East Mebon, al is dit exemplaar opmerkelijk indrukwekkender. Hij is hoger en de ornamenten zijn in een betere staat. De wachters langs de hoofdtoren lijken gek genoeg op Goofy, dus ik ben fan. Verder wil ik je aanmoedigen om bij Pre Rup de klim naar het hoogste platform te maken. Het uitzicht op de tempelsite en z’n nabije omgeving is immers erg indrukwekkend van daarboven.



Algemeen wordt aangenomen dat Pre Rup een locatie voor begrafenissen was. En als ik zie hoe triest het gemiddelde Vlaamse uitvaartcentrum er vandaag bij ligt, hebben die Khmer het heus niet zo slecht gedaan. Geef mij over tachtig jaar ook maar zo’n coole tempel!

Tempels, tempels en nog eens tempels. Wanneer je onze planning van de afgelopen dagen bekijkt, is er weinig variatie. Toch is dat niet noodzakelijk slecht, want we zagen vooral heel veel pracht en praal. Ik bezocht reeds tempels in Taiwan, China, Japan en Korea, maar nergens waren ze zo oogverblindend als hier. Angkor Wat met je eigen ogen zien, dat is magisch. Indiana Jones-gewijs door Ta Prohm dwalen, da’s avontuur. En onze ontdekkingstocht door Angkor Thom leverde bijna 150 foto’s op, dus fotogeniek is dit park vast en zeker. Maar op een gegeven moment heb je dat wel stilaan gezien. Drie dagen Siem Reap is in mijn ogen dan ook ruim voldoende. Je kan op twee dagen zelfs de belangrijkste sights bezoeken, want dat Pnomh Kulen National Park levert weinig toegevoegde waarde.

Na drie dagen in Singapore en enkele dagen in het Angkor-park kunnen we alvast enkele besluiten maken. Ten eerste zijn beide bestemmingen ideaal om jaarrond tropische hitte te ervaren. Ten tweede is de cultuurshock groot wanneer je vanuit het hypermoderne Singapore naar het chaotische Siem Reap reist. Ten derde moet ik concluderen dat mijn pretparkhart voorlopig nog niet aan z’n trekken kwam. Maar… daar brengen we snel verandering in. We reizen vanuit Siem Reap immers naar Da Nang. Deze Vietnamese grootstad wordt meer en meer een toeristenmagneet en daar horen rollercoasters bij. Tàu lượn siêu tốc, zoals ze het in Vietnam noemen. En dat exotische achtbaan-avontuur, dat begint in Sun World Ba Na Hills.